Hoe ben je bij Kinderwoud terecht gekomen?

“Ik ben destijds bij Kinderwoud op locatie De Bijenkorf in Heerenveen begonnen na mijn Pedagogiek opleiding. Na drie jaar ben ik elders gaan werken. Toch bleef het kriebelen en miste ik het werken met de kinderen.

De visie van Kinderwoud past goed bij mijn eigen visie, een kind uniek te laten zijn in zijn/haar ontwikkeling en vooral in het kind zijn eigen tempo te laten groeien

Al snel was ik weer terug, dit keer in Gorredijk! Inmiddels werk ik alweer twee jaar als pedagogisch medewerker op de Librije, zowel op de peuteropvang als de BSO. Een fijne werkplek met een goede samenwerking met de school. Dit is heel fijn voor de doorgaande lijn van onze peuters naar groep 1.

We zijn een tweetalige peuterlocatie. We werken met dagritmekaarten die de dag omschrijven met plaatjes van Puk, de methode waarmee we werken. Deze kaarten herhalen we tijdens het fruitmoment, zodat de dag helder en voorspelbaar blijft. We werken met verschillende thema’s waarbij de ontwikkeling op alle gebieden centraal staat. Zo plannen we elke activiteit bewust, dit doen we met behulp van het programma ‘Doenkids’.”

Wat vind je het leukst aan je werk?

“Het meeste plezier haal ik uit de kinderen. Het mooie vind ik bijvoorbeeld de start van een peuter en de ontwikkelingen die een peuter doormaakt. Je begeleidt gaandeweg deze ontwikkeling en sluit aan waar nodig. Wanneer ze dan klaar zijn om naar school te gaan zie je vaak een heel ander kind. Ergens schuilt daar natuurlijk nog de peuter van eerst, maar nu zelfverzekerder en met een rugzak waar de basis in zit, maar ook genoeg ruimte om weer nieuwe ontwikkelingen en ervaringen in te stoppen!

De BSO is ook een fijne werkplek. Vanuit school ben je de vaste basis voor de kinderen die die dag van alles hebben beleefd (ik zwaai in de gang, wanneer ik de ochtend op de peutergroep werk en een bakje koffie haal, regelmatig in de wandelgangen naar de kinderen die ook op de BSO zitten, dat is zo gezellig!). We horen vaak mooie verhalen over eigenlijk alles. Wanneer een kind niet lekker in zijn/haar vel zit, dan zijn we ook altijd het vaste gezicht om even hun verhaal kwijt te kunnen. De combinatie peuter en BSO is voor mij dan ook ideaal. Je werkt met verschillende leeftijden en de daarbij horende ontwikkelingen en uitdagingen. Met de jongere kinderen heb je weer hele andere gesprekken dan met de oudere kinderen; die afwisseling vind ik prachtig!

Wat ik de kinderen altijd meegeef: ‘Je hoeft niet hetzelfde te zijn als de rest. Wees vooral jezelf, dan ben je op je best!’

Ook vind ik m’n collega’s minstens zo belangrijk. Alles valt en staat met een fijne samenwerking. Op De Librije hebben we aan één blik genoeg. Een hele fijne werkwijze waarbij we elkaar aanvullen, maar ook stimuleren en het beste in elkaar naar boven te halen. Zo bieden we kwaliteit, en in onze optiek de mooiste vormen van ontwikkeling!”

Hoe ervaar je Kinderwoud als werkgever?

“Het mooie aan Kinderwoud vind ik dat de organisatie meegaat met de ontwikkelingen binnen het vakgebied. Zo hebben we de 4 pijlers waarbij de pedagogisch coaches maar ook de beweegcoaches betrokken zijn. Ze pakken allemaal verschillende ontwikkelingselementen van de ontwikkeling die spelenderwijs gestimuleerd wordt. Ook zie je deze 4 pijlers continu terugkomen binnen onze thema’s op de groep. Het mooie hieraan is dat we organisatie breed op eenzelfde manier werken en daardoor hetzelfde doel voor ogen hebben, wat voor saamhorigheid zorgt; samen zijn we 1. Daarnaast is ook genoeg ruimte voor onze eigen creatieve input!

In alles zitten ontwikkelingssegmenten, dat is het mooie aan deze baan. Waar een peuter een jas ophangt zien wij de fijne motoriek en het stimuleren van de zelfstandigheid. Waar een kind op de BSO met een geweldig idee komt zien we kinderparticipatie; want het laten meedenken zorgt voor motivatie en stimuleert vaak de anderen tot nóg meer mooie ideeën!

We hebben het kostbaarste bezit van de ouders/verzorgers in handen. Des te meer reden hier zorgvuldig mee om te gaan!”

Hoe zie je jouw toekomst?

“Ik zou nog wel wat meer cursussen en trainingen willen volgen. Vooral op gebied taalproblematiek is het voor ons als pedagogisch medewerkers goed om bij te blijven en goed te kunnen blijven signaleren. Zo kunnen we tijdig en soms zelfs preventief inspringen.”